zondag 19 december 2010

SAM-Testdag uitlaatgeluid

Meetdag gaat door, ook voor tweetakten



De Stichting Aanvullende Motorsport (SAM) organiseert in samenwerking met een groot aantal motorclubs een geluidsmeetdag op zaterdag 26 maart 2011.

Vele eigenaren van klassieke wegracemotoren genieten van hun machines: van het design, de rijeigenschappen en zeker ook van het prachtige geluid. Echter, niet iedereen is gesteld op decibellen en daarmee zullen zij in de toekomst meer en meer rekening moeten houden. De afgelopen jaren ontstonden er steeds vaker met het geluidsniveau. Soms leidde dat zelfs tot uitsluiting van een circuitdag of historische demo.



Foto: Festina Lente, Inge van Hesteren 2010


Op de website van SAM Motorsport te zijner tijd meer informatie over de geluidsmeetdag.

Mijlpaal voor Our Common Future 2.0

Sneeuwinfarct symboliseert toekomstbeeld 


Nijmegen. Enkele honderden mensen hadden zich aangemeld voor de eindejaarsbijeenkomst van 'Our Common Future 2.0'. Het belangrijkste deel van de klus zat er op en dat gingen ze vieren met een borrel. Samen hadden zij het eerste ruwe concept voor het eindrapport van 'OCF2' geschreven. Met bloed, zweet en tranen.

Het mocht echter niet zo zijn. De collegezaal van de Nijmeegse universiteit leek angstig leeg. Onder andere via e-mail en de timeline van Twitter was het in de loop van de ochtend al merkbaar. We zagen meldingen voorbijkomen als: "Laat eindbijeenkomst OCF2 toch maar aan me voorbijgaan. Treinverkeer ligt nu al op z'n gat, wordt vast alleen maar erger. Wel jammer!" en "We waren heel dapper, maar zijn toch maar weer omgekeerd... Heel lang gedaan over de eerste kilometers, wordt niks zo. We balen!" en "Succes met de slotconferentie. Ben er vanwege het weer niet bij. Volg het op Twitter".


Door sneeuwoverlast gedecimeerde collegebanken

Precies op de dag van deze duurzaamheidsmijlpaal beleefde Nederland één van de grootste verkeersinfarcten van het afgelopen decennium. Misschien had dat wel een diepere betekenis, aldus mijn themagroepsgenoot Remco Timmermans: "Deze ongewone hoeveelheid sneeuw tijdens OCF2 is een teken! We moeten hard werken aan een duurzame toekomst!"

Kortom, het gezelschap was die middag iets kleiner dan verwacht - het bestond toch nog ruim 120 personen, maar dat deed weinig af aan de inhoud. Net zoals in onze subthemagroep 'Toerisme' praat het gemakkelijker naarmate je met minder deelnemers discussieert. En och, de inhoud was nu even niet meer het hoofdonderwerp van discussie. Deze toogdag was vooral bedoeld om terug te kijken op het 'proces' en om met elkaar van gedachten te wisselen over het voorlopige eindproduct.


Bas Kortmann, rector magnificus van de Radbouduniversiteit, ondersteunt OCF2 met woord en gebaar.

Het begint nu pas


Als blauwdruk is ons rapport 'Our Common Future 2.0' nu klaar. Bijna tweeduizend bladzijden zijn beschreven, over twintig thema's, waaronder het onze: Toerisme in 2035. Elk thema presenteerde zichzelf in de universitaire wandelgangen met een grote poster. Die van Toerisme mocht er zijn, vonden we zelf, dankzij de vormgeefsters Moniek van Daal en Joyce Goverde.

De komende maanden gaat een redactieteam aan het werk. Zij gaan van alle bijdragen één consistent verhaal maken. Het eindrapport, dat blijft een stuk of 1500 pagina's beslaan. Daarnaast komt er een boek uit, dat ongeveer 300 bladzijden zal tellen. De door de themagroepen zelf geschreven samenvattende artikelen zullen daaraan ten grondslag liggen. Ook in onze themagroep hebben wij zo'n samenvatting gemaakt.

Ergens rond de 13de mei zal de redactiegroep deze klus geklaard hebben. We zullen het boek en het rapport presenteren aan premier Rutte, althans, dat hopen we - als hij even tijd heeft voor ons. Heel toepasselijk: het geschiedt ongeveer vijfentwintig jaar nadat de commissie Brundlandt de eerste versie van 'Our Common Future' aan de wereld presenteerde. Dat eerste OCF-rapport was zeer invloedrijk; het aanbevelingen die onverkort geldig zijn en gaf aan de termen 'sustainability' en 'duurzaamheid' hun huidige betekenis. Het is niet voor niets, dat initiatiefnemer Jan Jonker zich door dit vijfentwintigjarig jubileum liet inspireren. Hij en wij hopen dat onze 2010-versie een vergelijkbare invloed zal verdienen

Geen zweverige romantiek


'Gewoon doen'; tijdens mijn pogingen tot innovatie in Noordoost-Friesland bedenk ik me dat regelmatig. Ook hier wierp het adagium resultaat af. Enkele honderden crowdsourcers schreven in drie maanden een rapport en een boek over de toekomst van 2035, zoals zij die zich zouden wensen.

Zoals mijn gewaardeerde themagroepsgenoot Bertus van der Tuuk het uitdrukte: "2035 kan het jaar worden van de hoop. De hoop op een tijdperk dat wezenlijk anders is dan alle voorafgaande tijdperken. Geen nieuwe romantiek, geen nieuwe verlichting, geen ‘dawning of the age of aquarius’. Maar een tijdperk dat alle andere overstijgt, waar de etnische en religieuze tegenstellingen zaken zijn uit een ver verleden, waar men werkt binnen netwerkbedrijven, die de mensen en het resultaat centraal stellen, in plaats van het systeem en de processen."
Het is mij, en met mij de vele honderden mede-arbeiders aan 'Our Common Future 2.0', uit het hart gegrepen.

Dit inspirerende project is te volgen op www.ourcommonfuture.nl en via web 2.0 (op Twitter o.a. OCF2, verder op Hyves, Facebook, Vimeo).

Foto's: © Festina Lente, Inge van Hesteren 2010; Tekst: Gijs van Hesteren

woensdag 20 oktober 2010

De Kielbalk met mankracht naar de Blokhuispoort

Leeuwarden. Het Schip De Lading, dat is het project dat door Martin Winters in de steigers is gezet. Vandaag, woensdag 20 oktober, werd de zware kielbalk, bestaande uit hout, voor het schip van papier maché vanaf de loods van re-integratieburo Four StaR naar de voormalige gevangenis de Blokhuispoort gedragen. Niks geen diepladers, karren of tractoren maar tillend op de schouders van de leerlingen van ROC Friese Poort TLT Cibap en van toevallige voorbijgangers.



De afgelopen weken hebben de mannen van Four staR reïntegratie druk getimmerd aan de kielbalk en de spanten voor Het Schip van Papier Maché. Ze werden bijgestaan door een aantal stagiaires van het ROC Friese Poort Houtbewerking. Deze kielbalk van twintig meter lang is de ruggengraat van het schip, de spanten vormen de ribben. De bouwtekeningen van Het Schip zijn gemaakt door een groep studenten van NHL Hogeschool Jachtbouw, begeleid door hun docent Martin Berends.

In de Blokhuispoort gaat de bouw van Het Schip de komende maanden verder.

zaterdag 28 augustus 2010

Rizla Racing Day – brommers, scooters en minibikes

TT-Circuit Assen. We bezochten er de Rizla Racing Day. Naar verluidt was het iets minder druk dan het jaar daarvoor, maar met pakweg vijftigduizend bezoekers nog steeds een massaal evenement.

Veneman aan de leiding in de Superbikewedstrijd


Wat wel vijftien euro’s moest kosten waren de paddocktickets. Zeker een verantwoorde uitgave, want juist in het rennerskwartier was het meest te zien en te beleven. Auto- en motorraceteams waren er in levenden lijve aan het werk. Motorliefhebbers konden eens volop ruiken aan de autosport en vice versa. Wie op zoek was naar een handtekening van Barry Veneman, Jasper Iwema of Robert Doornbos kon terecht bij het Rizlapodium. Vlak naast dat podium bijvoorbeeld de mannen van dragraceclub Explosion, die tijdens de Racing Day probeerden wat aandacht voor hun club te trekken. We leerden hen onlangs kennen, toen we zelf met onze Ducati een poging waagden op de dragstrip van Drachten.

Brommers en scooters

Een eindje verderop in het rennerskwartier kwamen we de jongens en meisjes, mannen en vrouwen tegen van de SOBW: minibikes, brommers en scooters. Ze hebben zogenaamde Opstapdagen, waarbij ze – vooral jonge – mensen de gelegenheid geven om eens uit te proberen hoe zo’n tweewieler rijdt.

In de brommerpaddock hangt een rij met leren motorpakken, in allerlei maten. Helmen, handschoenen en motorlaarzen zijn er ook . Bovenal staat er een aantal brommers, scooters en lichte motorfietsen startklaar. Ze zijn er van klein tot groot, met of zonder versnellingen, getuned of juist niet.

“Het was hier de eerste twee dagen nog een beetje rustig,” zegt de jonge coureur Herma Harke, terwijl een tiental meters verder de formule-3 auto’s voorbijrazen over de TT-baan. “Het begint nu een beetje aan te trekken. Misschien hebben we tevoren te weinig reclame gemaakt. Gisteren hebben we bordjes opgehangen, dat het niets kost en dat het voor iedereen is. Dat was misschien niet voor iedereen duidelijk!”

Herma Harke staat vierde in het Nederlands Kampioenschap. Ze rijdt in de ‘sportklasse watergekoeld’. Haar motorfiets heeft ze meegenomen. Het is een heel speciaal getuned machientje, een Derbi, hetzelfde merk waarmee Angel Nieto in de jaren zeventig grossierde in wereldkampioenschappen. Ze vindt de wedstrijden met de Derbi super leuk. Ze hoopt dat meer jongeren en vrouwen mee gaan doen. Vandaag helpt zij de opstappers. Ze legt uit hoe alles werkt en waar ze op moeten letten. Waar zit dat pookje eigenlijk, hoe moet je schakelen, waar zitten de remmen? Sommigen schrikken nogal van het gasgeven, anderen lijken natuurtalenten.

Dianne Geesink laat zien dat Herma niet de enige vrouwelijke brommerracer is die tijd steekt in de opstapdagen. Zij is ook van de partij in Assen. Ze werd gegrepen door het motorvirus, nadat haar vader tot zijn eigen verbazing een podiumplaats veroverde in één van de laatste wegraces die werden verreden in de SAM-klasse tot 750 cc. Dat deed hij met zijn Laverda, op het inmiddels gesloten stratencircuit van Eemshaven. Dianne rijdt intussen al drie jaar mee in de ‘sportklasse lucht’ en uiteindelijk wil ze wereldkampioen in de MotoGP worden.

Even wennen

Een andere brommerrijder die belangeloos tijd steekt in de opstapdagen is Alfred Kluis. Hij rijdt zelf ook mee in de competitie.
“Je ziet vaak dat opstappers bij dit soort dagen al ervaring hebben opgedaan met motorsport, bij voorbeeld bij de minibikes. Op een middag als deze zie je ook mensen die nooit eerder hebben gereden op een wedstrijdmotor. Dan is het even wennen! Hoe dan ook, als je echt ver wilt komen in de motorsport kan je niet vroeg genoeg beginnen. Daarmee bouw je een enorme voorsprong op. Zo werken we aan nieuwe aanwas voor de ‘grote’ motorraces!
“Onze wedstrijden willen een gemakkelijke opstap bieden. Ze zijn bedoeld voor elke beurs, maar hoe je het ook wendt of keert, racen kost nu eenmaal geld. Als je in de Nederlandse top mee wil doen met goed materiaal, moet je rekenen op een machine van twintigduizend euro en daarbij jaarlijkse rijkosten van minstens tien.
“Natuurlijk, vanaf vierduizend euro heb je al een competitieve motor, maar dat is nog altijd veel geld. Als je dat niet hebt, kan je kan instappen in de brommerklasse, voor een paar honderd euro ben je dan al onderweg. Vergeet echter niet, dat je helmen, pakken, laarzen, handschoenen nodig hebt, dat bij elke wedstrijd inschrijfgeld betaald moet worden en dat je ook reis- en verblijfskosten hebt. Tja, je ouders moeten het zien zitten, anders wordt het niets! Een goede sponsor helpt enorm, natuurlijk, maar dan zal je toch je kwaliteiten al hebben moeten bewijzen!”

We vroegen Alfred naar de verschillen met de 50cc-racers van vroeger, voordat de FIM deze klasse de nek omdraaide.
“We hebben af en toe een demonstratiewedstrijd met klassiekers in het programma. Ze rijden dan op dezelfde baan als wij met de moderne machientjes. De historische racers gaan soms buitengewoon hard, maar de rondetijden en de bochtensnelheden blijken toch lager dan die van ons. Dat zal wel liggen aan de veel smallere bandjes en het lagere motorvermogen. Een absolute kampioen als Aalt Toersen kon de huidige rondetijden tot zijn eigen verbazing niet benaderen.”

Jong talent

Leon Pfälzer


In de brommerpaddock komen we aan de praat met de Duitse famile Pfälzer. Hun oudste zoon Leon rijdt al wedstrijden sinds zijn vierde jaar. Hij begon in de competitie voor minibikes. Nu, negen jaar later, staat hij aan de leiding van het Nederlandse kampioenschap in de sportklasse watergekoeld, met niet minder dan negentien overwinningen op zijn naam.
Heel knap. Toch vragen we ons iets af. Hoe zit het dan met school, Leon?
“Och, dat gaat heel behoorlijk!”, zegt hij bescheiden. Hij is over naar de volgende klas van het Dietrich-Bonhoeffer-Gymnasium in Wiehl.

De complete familie is er de hele middag bij, ze picknicken gezellig samen. Vandaag maakt het zevenjarige broertje Justin zijn debuut. Zijn broer Leon geeft aanwijzingen en tips over zithouding, rij- en bochtentechniek Al snel heeft Justin in de gaten hoe het moet. Knietje aan de grond!

Justin


Leon instrueert Justin

zondag 1 augustus 2010

Veertig meter boven Dokkum

Dag van de Toerist nat maar druk

Dokkum. Het weer was dit jaar nogal druilerig en het werd er in de namiddag niet beter op. "Het is voor het eerst niet zomers, in al die dertien jaren dat we rondvaarten maken tijdens de Dag van de Toerist", zei de schipper van trekschuit 'De Herinnering'.
De weergoden lieten het afweten, maar dat mocht de pret niet drukken. Het was een drukte van belang, afgelopen zaterdag in Dokkum; veel toeristen, maar ook veel Dokkumers zochten de binenstad op. Ze lieten zich de verschillende hapjes van de diverse kramen goed smaken.



Bij de stand van "Beleef Dokkum" kon je jezelf op een groot scherm zien, met hierop ondermeer je geschatte leeftijd.
Voor een ieder wat wils. Bij de hoogwerker voor het nieuwe gemeentehuis stond een lange wachtrij. Eenmaal aan de beurt, kon je de stad vanaf 40 meter hoogte bekijken. Ook Amber en Mirthe Bouma uit Dokkum wilden dit wel eens meemaken. Spannend vonden ze het wel, om zo hoog in de wind heen en weer te bungelen, maar wat hen betreft zeker voor herhaling vatbaar.

donderdag 8 juli 2010

Astronaut reikt mini-sinneboatprijs uit

De Energy Valley Solarday, die vandaag plaatsvond te Bolsward, staat in het teken van de basis- en middelbare scholieren.
Op deze dag wordt er voor hen een Mini Sinneboatrace georganiseerd waarin de leerlingen met een zelfgebouwde "minizonneboot" de strijd met elkaar aangaan.
De deskundige jury bestond uit Elise Boltjes, Anna Gerritsma (projectleider op de NHL te L'den), Eric Mehlbaum (voorzitter) en Wubbo Ockels.
De leerlingen, die de bootjes met zonnepanelen eerder deze week op school hadden gemaakt, genoten zichtbaar. Het was een groot spektakel.
Anna vertelde, dat er grootse plannen zijn voor de toekomst. Zo zouden er meer scholen aan deel kunnen nemen uit de gehele Friese provincie. Het doel is om meer leerlingen op deze speelse manier te bereiken, bewuster te maken en meer te betrekken bij nieuwe energiemogelijkheden.



Foto: Simme Osinga uit Balk ontvangt hier vol trots zijn eerste prijs; een beker en rugzak met zonnepaneeltje uit de handen van niemand minder dan ruimtevaarder Wubbo Ockels.

dinsdag 29 juni 2010

Verrassingsconcert tijdens Oerol

Saamhorigheid troef

Een groep van ongeveer twintig vrijwilligers komt eens in de drie à vier weken bijeen. Zij houden het kerkhofje van Hoorn (Terschelling) op orde. Het is op het anders zo stille terrein ineens een drukte van belang. Hoe vreemd het ook klinkt, het werk brengt veel leven in de brouwerij. De sfeer is heel gezellig. De verhalen komen los over de vaste bewoners van de begraafplaats: "Wie was dat ook alweer, hoe zat dat, wat was er gebeurd, waar woonde hij?"

Op donderdagavond gingen de vrijwilligers er nog harder tegenaan dan anders: de voetbalwedstrijd mocht niet gemist worden!


Even doorwerken te Hoorn

Foto: Inge van Hesteren

Muziek en dichtkunst in Hoorn

Hoorn, Terschelling. De Commissie ‘Muziek om de Oost’ organiseerde afgelopen weekend een gedichtenavond in de middeleeuwse Sint Janskerk te Hoorn (Terschelling). Dick Vestdijk en Jankobus Seunnenga – pas voor de tweede keer optredend als tweemansact – hadden bekende gedichten op muziek gezet. Zij zongen en speelden klassiekers van Nederlandse dichters.



Links Jankobus Seunnenga, rechts Dick Vestdijk

Dick Vestdijk verloor zijn beroemde vader al op vierjarige leeftijd. Veel herinneringen kan hij niet aan hem hebben. Hij bracht hem desondanks een doorleefd eerbetoon, met bijvoorbeeld zijn interpretatie van ‘Stad aan de Wadden’. Met zijn licht rockende en melancholieke toonzetting wist hij aan de beroemde gedichten een extra dimensie toe te voegen.

Ook werken van andere Friese dichters zongen hij en Seunnenga, die het enerzijds heel anders deed, maar anderzijds goed aansloot bij de muziek- en tekstbehandeling van Dick Vestdijk, zij het cabaratesker en relativerender. Ieder zijn smaak.

Hun beider stijl was zeker in overeenstemming met de maritieme romantiek van Jan Jacob Slauerhoff en de weltschmerz van François Haverschmidt. Voor niet-Friezen brachten zij gedichten als ‘Denkend aan Holland’ van Hendrik Marsman en ‘Soldatenliedje’ van Lucebert.

Het publiek genoot van deze avond. ‘Prachtige teksten op prachtige muziek’. Voor wie het gemist heeft: op 28 januari is er een tweede kans. Seunnenga treedt op in de Harmonie, met Vestdijk als speciale gast.

Bezoek ook: www.3eilanden.nl

© Foto en tekst: Inge van Hesteren

zaterdag 12 juni 2010

Oerol start met Manifest

Het Oerol festival opende editie 2010 met een maatschappelijk statement in dichtvorm. Ramsey Nasr overhandigde ‘Het Manifest van Terschelling’ aan de voorzitter van de Tweede Kamer, Gerdi Verbeet.



Ik zat direct naast Gerdi Verbeet. We hadden een heel gesprek met elkaar. Mevrouw Verbeet was voor de eerte keer op Oerol. Zij vroeg me het hemd van het lijf. Ik vertelde haar, dat ik al die jaren al op Oerol was geweest. Eerst als vrijwilliger. Dat moet rond 1983 zijn geweest. Later jaarlijks vanuit mijn beroep als Waddenzeilschipper en sinds een jaar of zes, zeven ook als fotograaf.

Zij vroeg mij: "Hoe oud was je dan toen?"
Ik ben er niet zo bij, terwijl ik foto's maak; daar moest ik even over nadenken. Ze vulde het zelf al in: "Een jaar of twintig, denk ik. Dan ben je nu dus vijfenveertig". Nou, mijn dag kon niet meer stuk.

Ze had geen idee wat er allemaal ging gebeuren tijdens de openingsmanifestatie. "Maar ja, in de Tweede Kamer is dat vaker het geval, daar sta ik ook wel eens voor verrassingen!"



Voor Oerol-initiatiefnemers Joop Mulder en Han Bakker was het huidige politieke klimaat de aanleiding om samen met Kunsten ’92 een luid en collectief geluid te laten horen. Een geluid over de waarde van de kunsten.

Creatief directeur Joop Mulder verduidelijkt de achtergrond: ”Het Manifest van Terschelling is geen klaagzang over de investering van de overheid in Kunst en Cultuur, noch over de schijnbare desinteresse van de politiek. Nee, het is een manifest dat de betekenis van de kunsten voor ons bestaan scherp onder de aandacht brengt. We hebben Ramsey Nasr gevraagd dit gedachtegoed te gieten in een vorm die aansluit bij de inhoud, wat hij op bijzondere wijze heeft gedaan.”

Gerdi Verbeet beloofde dit bijzondere document door te spelen aan de informateur en alle fractievoorzitters. Het manifest wordt ondersteund door zo’n 300 prominenten uit de culturele sector, het bedrijfsleven en de wetenschap.

Het Manifest van Terschelling(PDF)

Foto's en tekst Inge van Hesteren

zondag 18 april 2010

Hakze hakt erin

Vandaag liep ik beeldend kunstenaar Dirk Hakze tegen het lijf. De afgelopen weken trok hij door Friesland met zijn installatie "Studio Sequente", een mobiel atelier. Hakze schildert zijn panelen - tientallen - op de muziek van de Nocturnes van Chopin en laat zich tijdens het schilderen daardoor inspireren. Het publiek kan met een koptelefoon meeluisteren. Via een venster kan je hem aan het werk zien en met hem praten. We hadden een geanimeerd gesprek. Om gespreksstof zit Hakze bepaald niet verlegen. Hij is beeldend kunstenaar, maar een beetje theater is hem niet vreemd. Zijn kunst is niet alléén schilderkunst, of alléén muziek, of alléén theater, het is alles inéén.



Ik vroeg hem, waarom hij dit jaar niet naar Oerol ging. Hakze was al vaker op het Terschellinger Oerolfestival, de afgelopen decennia. Bijvoorbeeld optredens in 1988 en 1989 en in 1992 'The Colorfield Performance'. Nu er veel sponsors voor landschapskunst hebben afgehaakt, vind ik dat er op dat vlak niet zoveel meer te beleven is tijdens het eilandfestival. Hakze wil wel, maar het eiland moet ook willen.

Wie nieuwsgierig is geworden naar zijn werk kijkt op: www.dirkhakze.com

dinsdag 16 maart 2010

Scholieren gek van ijsracen

Sinds een jaar of vijf bezoeken kinderen van de W.A. van Lieflandschool de ijsraces. Nederlands bekendste ijskampioen Johnnie Tuinstra ontvangt ze in het ijsstadion. Hij besteedt er veel tijd aan en zorgt voor uitgebreide uitleg en een rondleiding. Voor de eerste keer kregen dit jaar veel meer scholen uit de omgeving die kans. Maar de belangstelling was zo overweldigend, dat de wedstrijdorganisatie zelfs scholen heeft moeten afwijzen. Desgevraagd vertelt Linda Huging van de Lieflandschool er meer over.



Drie generaties motorgekken bij elkaar. Ach, je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen.

“Inderdaad, het was onze afdeling VSO – met iets oudere kinderen - die dit keer niet mee kon komen. Juist zij waren er al vijf jaar lang bij. Wat waren ze teleurgesteld! Onze school is er een voor verstandelijk gehandicapte kinderen. Die missen soms veel van de wereld om hen heen. Een jaar of vijf terug hadden we een periode met warme winters. Sommigen hadden nooit sneeuw of ijs of kou gekend. Ze wisten niet wat winter was! Toen is het idee geboren om met de klas naar het ijsracen te gaan. De wedstrijdorganisatie was er meteen enthousiast over en heeft ons alle ruimte gegeven.
De kinderen waren van het begin af aan bijzonder begeesterd door het hele gebeuren. Vooral ook omdat de organisatie, de coureurs en de teams zoveel tijd maakten voor hen. Alles kregen zij uitgelegd: de motoren, de frames, de spijkerbanden, de motorkleding. Dat werd een intense belevenis voor hen. Sindsdien leven ze er enorm naar toe, elk jaar. Al dagenlang kunnen ze er bijna niet van slapen!”

Afgelopen maandag bezochten Wiebe Vochteloo en zijn zoon Maurin de Lieflandschool te Assen. De VSO-afdeling kon de schade inhalen en alle andere groepen konden nóg een keer hun hart ophalen, want zijn dat niet twee legendarische grootheden uit de geschiedenis van de Nederlandse ijsracerij?

René Stellingwerf, Fryslan Boppe

Snelle Nederlander vierde in internationale ijswedstrijden
12 maart 2010

Rene Stellingwerf voor de wedstrijd
Een lange weg naar de top was het voor René Stellingwerf. Hij is een Tzummarumer uit het rijtje, dat wordt aangevoerd door Tjitte Bootsma – nu alleen nog actief als framebouwer - en Johnnie Tuinstra, die dit jaar heeft moeten afhaken vanwege zijn gezondheid. De Fries rijdt op topniveau mee om de Roelof Thijs Bokaal. In 2009 behaalde hij in Assen de tweede plaats. We zijn benieuwd wat zijn plannen zijn. Voorafgaand aan de wedstrijden spreken we hem in de paddock.

Stellingwerf zit er ontspannen bij, in zijn tuinstoel. Hij steekt goed in zijn vel. Afgezien van de noodzakelijke, gezonde spanning die je vlak voor de start móet hebben, laat hij zich nergens door van de wijs brengen.

“Je bent niet meer de jongste in het deelnemersveld. De jonge honden bestormen het erepodium. Gaat het je dit jaar weer lukken?”
Stellingwerf maakt zich niet druk. “Ik ben hier al jaren mee bezig. Het gaat steeds beter. Je hoeft niet piepjong te zijn om een toprijder te zijn. Donderdag ging 't in de trainingen best goed, ik reed een vierde tijd. Ik kan prima meekomen, dus ik heb er alle vertrouwen in vanavond. Ach, we zien het wel straks.”



De start van de beslissende heat. Stellingwerf wint en verovert de vierde plaats overall.
Foto Inge van Hesteren


Die nuchtere houding past goed bij zijn rijstijl. Als ’s avonds de heats elkaar opvolgen, valt het op met hoeveel fanatisme de Zweedse, Finse, Duitse, Noorse, Tsjechische en Russische concurrenten hun rondes rijden. Stabiel rijdend, als een rots in de branding, mengt Stellingwerf zich in die strijd. De eerste heat wint hij; in zijn tweede heat krijgt hij bijna een high-sider, maar Stellingwerf weet zijn machine overeind te houden. Dat kost hem zijn koppositie. In de volgende heats maakt hij dat goed, keer op keer weet hij als eerste of tweede te finishen. Hij maakt optimaal gebruik van foutjes bij zijn opponenten. Berekenend stuurt hij zijn machine in het kleinste gaatje, om als eerste de laatste bocht uit te komen.

Dan komt de op drie na laatste heat van de dag. Hij moet bij de eerste twee eindigen om mee te kunnen strijden voor de bokaal. Dat lijkt goed te gaan, hij leidt het peloton. Dan drijft een oneffenheid in het ijs zijn machine naar de buitenkant van de eerste bocht. Heel even moet hij van het gas en meteen maken zijn concurrenten daar gebruik van. Stellingwerf valt terug naar de derde plek, even weet hij zich terug te vechten naar een tweede, maar zijn uitgangspositie is niet optimaal. Hij gaat als derde over de eindstreep.

Het publiek is teleurgesteld. Een Nederlander op het podium is nu definitief uit beeld. Het geeft hem toch een welgemeend applaus voor zijn rijkunst. Een kwartier later gaat het in de op één na laatste heat om de vierde tot en met achtste plaats van de dag. Stellingwerf revancheert zichzelf door die met overmacht te winnen. Het vierduizendkoppige publiek is onder de indruk en geeft hem een staande ovatie.

Na afloop staat er één ijscoureur in de hal van De Bonte Wever, nog in zijn raceoveral: René Stellingwerf. Temidden van het publiek zien wij een bescheiden man, die handtekeningen zet op de baseballcaps van jonge kinderen. Hij wordt op de foto gezet door trotse moeders. Kennissen en fans schudden hem de hand. Voor iedereen heeft hij een vriendelijk woord. Hij is een ware sportman, een echte Fries. Gedreven, sportief, zonder kapsones en mens onder de mensen. Nét als zijn grote voorbeelden, Tjitte Bootsma en Johnnie Tuinstra.

IJsraces Stadskanaal: Driemaal is Scheepsrecht II



Jaring Huitema, vijfde in de klasse IJsracers, op de machine van Gerrit Schukken.

donderdag 4 maart 2010

Reeën in de greiden

Vanmiddag was ik in de greiden bij Witmarsum. Hier lag een sprong reeën, iets verscholen in een greppel, te genieten van het lentezonnetje.

zondag 28 februari 2010

Band Blending, First Show

Wies trad voor het eerst op met haar band 'Blending'. In eetcafé De Groene Weide te Groningen hadden familie, vrienden en kennissen zich verzameld voor een vrolijke, muzikale avond.

'Girl'



'Gimme One Reason'



Bij dit laatste filmpje was de SD-kaart vol halverwege. Jammer!

zaterdag 27 februari 2010

IJsracer Gerrit Schukken

We spraken Gerrit Schukken tijdens het ijsevenement in Stadskanaal. Als Tzummarumer heeft hij nauwe banden met Tjitte Bootsma, die jarenlang op wereldniveau aan ijsracen deed.

Schukken: "Vorig jaar had ik mijn eerste ervaring op het ijs, met een machine van Tjitte Bootsma. Ik had de smaak zo te pakken gekregen, dat ik er zelf een wilde kopen. Op een eigen fiets rijdt het nét iets beter en je durft nét iets meer risico te nemen. Vorig jaar februari ben ik via Duitsland naar Rusland gereisd. Eigenlijk was dat voor familie bezoek, maar in mijn achterhoofd had ik natuurlijk het idee om daar een fiets weg te halen. De Duitser Gustaf Pape had voor voor mij het visum geregeld. Ik kwam er toevallig achter dat hij een originele Jawa ijsracer had staan, zoiets als die van Tjitte, maar met een moderner motorblok. Het frame had een starre achteras, maar verder was het een complete, goede fiets.
In Rusland heb ik nog wel gezocht, maar trof alleen maar oud ijzer, waar de hoofdprijs voor gevraagd werd. Dat werd niets! Op de terugreis via Berlijn ben ik opnieuw bij Pape langsgegaan. Enfin, ik heb toch die ijsracer van hem gekocht. Afgelopen najaar heb ik hem klaar gemaakt. Toen het ging vriezen ben ik meteen gaan trainen!"



"Hoewel ik het erg druk had op mijn werk heb ik toch redelijk kunnen oefenen. De laatste paar keren deed ik dit samen met Simon Reidsma, onder toezicht van Tjitte Bootsma, een waardevol man om als trainer te hebben! Wat was dat leuk, want we waren aan elkaar gewaagd! Veel geleerd dus. Nu heb ik de aspiraties om verder te gaan in deze sport. Omdat Johnny Tuinstra niet rijdt dit jaar mocht ik afgelopen zaterdag zijn motor gebruiken. Dat was een succes! Het was voor mij een hele stap vooruit, om een wedstijd op deze motor te rijden. Het ging naar mijn idee redelijk goed. Ik voel veel progressie, maar er moet nog veel gebeuren. De volgende stap de aanschaf van een eigen, moderne fiets. In Zweden weet ik er nog een te staan. Alleen nog even de financiën voor elkaar krijgen! Volgend seizoen hoop ik met die motor te rijden. Dit jaar al hoop ik verder om een startplaats te krijgen voor het WK ijsracen te Assen. Daar mag ik dan weer rijden met de fiets van Johnny."

We vroegen Schukken of hij kon uitleggen waar de verschillen zaten tussen zijn Berlijnse fiets en de state of the art fiets van Johnny Tuinstra. "Het verschil in de frames zit hem voornamelijk in de vering. Johnny's fiets heeft een Tiboframe, zoals Tjitte Bootsma die bouwt. Het is voor én achter afgeveerd. Mijn oude fiets had alleen voorvering. De staalsoort is ook beter, verder zit er een andere koppeling op en de spikes zijn langer. De vering en het frame zorgen voor betere stuureigenschappen, daardoor ben je sneller in de bochten en is de handelbaarheid beter. Het motorblok is in principe gelijk, al is dat van Johnny getuned voor het rijden van GP's. Het is een stuk sneller en feller.

Hoe moet het nu verder met je oude motor, die je kocht in Berlijn? "Ik heb in Stadskanaal Jaring Huitema daarmee laten rijden. Hij is een collega van me. Hij heeft afgelopen week twee keer getraind op het IJsselmeer. Ik mocht op de fiets van Johnny, zodoende kon kon hij op die van mij. Hij bracht het tot de vijfde plaats. Helemaal niet gek voor een eerste wedstrijd! Oh ja, deze motor is nu te koop, dus als je nog iemand weet?"

Meer foto's
Verslag IJsracen Stadskanaal

Jonge ijsracer Jimmy Tuinstra

Jimmy Tuinstra is de jongste telg van de welbekende Johnny Tuinstra. De dag voor de wedstrijd ijsracen in Stadskanaal was hij aan het oefenen op het IJsselmeer. Met zijn acht jaar is hij al zeer camerabewust!

Jimmy Tuinstra


Jimmy zat op zijn derde jaar al op een zijspancombinatie, een Yamaha PW50. Het was een automaatje, met in het zijspan een aantal stenen om stabiel te blijven.
Hij was vijf jaar toen hij begon met trainingen op het circuit van Joure, van motorclub Flying Boetoe. Hij bestuurde dezelfde PW50, maar dan solo. Vanaf toen nam Jimmy deel aan wedstrijden van de VTBM, de grasbaan- en zandbaanvereniging. Naderhand schafte zijn vader een KTM 50cc aan. Daarmee ging hij wedstrijden rijden voor het KNMV. Sinds kort oefent hij op een KTM 65cc; nu moet hij het schakelen onder de knie krijgen. In het seizoen 2010 zal hij gaan crossen, in de klassen 50cc en 65cc. Op een motorcrossbaan in Den Helder ging hij als een speer over de bulten. Als het aan Jimmy en zijn vader ligt, gaan ze er samen helemaal voor.

Vóór de ijswedstrijden van Stadskanaal heeft hij drie keer op het ijs geoefend. De 65cc KTM heeft kleine wielen. Johnny Tuinstra heeft de machine voorzien van spikes. Het schakelen begint Jimmy al aardig onder de knie te krijgen. De beschermkappen over de wielen, zoals verplicht bij ijswedstrijden, zijn gemaakt van oude delen de Grand Prix motor van zijn vader. Jimmy is vast van plan om een echte goede ijsracecoureur te worden, net als zijn vader.

Meer foto's
Verslag IJsracen Stadskanaal

IJsraces Stadskanaal: Driemaal is Scheepsrecht

Na drie pogingen tóch ijsraces Stadskanaal

14 februari 2010

Driemaal is scheepsrecht. Dat gold ook voor IJsvereniging De Eendracht uit Stadskanaal. Twee keer eerder moest voorzitter Erik Vissering het ijsracen dit jaar al afblazen, vanwege dooi of omdat het ijs niet goed genoeg was. Zondag 14 februari was het tóch zover. Meer dan vijftig coureurs hadden zich gemeld aan de Scheepswerfkade in Stadskanaal Noord.

IJsraces Stadskanaal


Meer foto's

Verslag

zondag 24 januari 2010

IJsraces Warten 2010

Motorfriezen vallen op in ijsraces

Warten. Voor de tweede keer in twee jaar organiseerde de ijsclub ‘De Harmonie' in Warten wedstrijden op het ijs. Vorig jaar was dat een groot succes, hooguit waren er wat kleine organisatorische probleempjes. Dit jaar waren die volledig uit de weg geruimd. Officials van de ijsclub, van de KNMV en van MON werkten eendrachtig samen aan dit geslaagde evenement. Voor de MON was het de eerste keer dat er onder haar vlag een wedstrijd op natuurijs werd verreden.



Dirk Fabriek werd eerste in de speedwayklasse. IJsraces Warten 2010

Uitgebreid verslag:
Motorfriezen vallen op in ijsraces

zaterdag 9 januari 2010

Zout



De zoutfabriek Frisia te Harlingen draait op volle toeren. Op de voorgrond ligt het afgebrande schip Prins Willim uit Den Helder. Het vangt nog een laatste glimp op van de ondergaande zon.

Foto: Inge van Hesteren
Gemaakt rond 16.00 u. in de Nieuwe Willemshaven te Harlingen.